VELP – Een dertig meter lange tak van een mammoetboom aan de Kastanjehof in Velp viel onlangs na een storm op een huis. “Het is niet te beschrijven wat er toen gebeurde”, blikt bewoner Theo van Baal terug. “Zo’n tak lijkt al op een boom, zo groot.” Deze week is het enorme gevaarte gekapt.
“Het is ook een gigantische boom van denk ik wel 37 meter hoog”, vertelt Theo, die stadionspeaker bij Vitesse is. Hij vloog al eens met een drone langs de boom die pal naast zijn huis stond. Hij en zijn vrouw Climmy zaten rechtop in bed tijdens de storm in januari.
Bekijk de video. De tekst gaat eronder verder.
“Het was gewoon gevaarlijk”, blikt Climmy terug. “Het is zo dubbel: het is een prachtige oude boom, maar als een tak al zoveel schade aanricht dan wordt het onveilig.” Theo vult aan: “We slapen gelukkig aan de voorzijde.”
Tegen de vlakte
De mammoetboom, ook wel reuzensequoia genoemd, ging deze week tegen de vlakte. Onderzoek wees ook uit dat hij te gevaarlijk werd voor zijn omgeving. De gemeente gaf daarom een noodkapvergunning af.
De sequoiadendron giganteum is een beschermde boomsoort en mag niet zomaar worden gekapt.
Verdriet om kap
De ravage is nog goed te zien bij de uitbouw van het huis. Delen van het dak zijn ook beschadigd. “Ik denk dat de schade oploopt. Denk aan tienduizenden euro’s”, zegt Theo.
De bewoners vertellen dat ze met een dubbel gevoel zitten. “Het gevaar is weg nu de mammoetboom is gekapt. Maar ik moet er wel een traan om laten, hoor, treurt Climmy. “Het is zo’n bijzonder mooie boom.”
135 jaarringen geteld
Het was misschien wel de grootste boom die er in Velp te vinden was. De boom was naar schatting dus rond de 37 meter hoog en stond al ruim een eeuw in de wijk. “We hebben de jaarringen geteld,” vertelt Theo. “135 jaar oud zal de boom zijn geweest.”
Een deel van de mammoetboom zal door het echtpaar uit Velp worden bewaard. “Mijn vrouw was er heel scherp op en we overleggen met de houtzagerij of we een stuk van de sequoiaboom kunnen krijgen. Dan laten we er misschien een tafel van maken. Dan is de boom toch nog een beetje bij ons.”