RHEDEN – De verdachte in de Posbank-moordzaak hoort vrijdag welke straf het gerechtshof in Den Haag hem in hoger beroep oplegt voor zijn aandeel in de moord op Alex Wiegmink in 2003. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft twintig jaar cel geëist.
Wiegmink werd op 20 januari 2003 doodgeschoten op de Posbank bij Rheden. Zijn lichaam werd korte tijd later teruggevonden in zijn uitgebrande auto in het Brabantse Erp. De moord op Wiegmink bleef jarenlang onopgelost.
In november 2016 kreeg Frank S. uit Boekel last van zijn geweten en legde hij bij de politie een bekentenis af. Later werd ook Souris R. opgepakt, na de inzet van de undercoveragenten.
‘Geen ontoelaatbare druk op verdachte’
De Hoge Raad verwees de zaak terug naar het hof, omdat er twijfels waren over de bekentenis die de verdachte bij de undercoveroperatie aflegde. Volgens het OM is uit de gesprekken tussen verdachte en undercoveragenten gebleken dat er geen sprake is van ontoelaatbare druk.
“Druk is er altijd. Er is altijd misleiding. Dat is de essentie van een undercoveroperatie, maar alles is gebeurd binnen de grenzen en binnen het toelaatbare”, aldus de advocaat-generaal.
‘Negatieve houding’
Het OM eist nu twintig jaar cel, twee jaar meer dan de eerdere veroordeling. Dat komt volgens de aanklager vanwege de ‘negatieve proceshouding’ van de verdachte. Ook moet er volgens haar recht worden gedaan ‘aan het leed dat de nabestaanden is aangedaan’.
Vrijdag moet blijken hoe het gerechtshof hierover oordeelt.
Zie ook:
- Twintig jaar cel geëist in hoger beroep Posbankmoord
- Broer omgebrachte Alex Wiegmink blij met strafeis
