RHEDEN – “In mijn hoofd zwerft een gedachte, van een man die mij laat lachen, het is een vaag gezicht.” Zingend maakt Jos Wiegmink duidelijk hoe het voelt om zoon te zijn van een hardloper die in 2003 werd doodgeschoten in de geruchtmakende zaak die we kennen als de Posbankmoord. De zaak stond deze week weer vol in de schijnwerpers.
Acht jaar oud was Jos toen zijn vader Alex Wiegmink niet terugkeerde van zijn gebruikelijke rondje hardlopen op de Posbank. In een tv-programma bij Omroep Gelderland vertelt Jos over de paniek bij zijn familie. “Ook al was ik pas acht, ik herinner mij die dag nog goed. Ik ben met moeder gaan zoeken terwijl mijn broers thuis bleven. We reden rond op de Posbank en reden zelfs over de bewuste parkeerplaats.”
Het was die parkeerplaats waar uren eerder alles fout ging voor vader Alex. Na zijn hardlooprondje trof hij daar twee figuren aan die zijn auto opeisten, om die later te kunnen gebruiken als vluchtauto. Maar Alex stond zijn auto niet af, en bekocht dat met zijn leven. Zijn lichaam werd de volgende dag gevonden in zijn uitgebrande auto, bij het Brabantse Erp, op een uur rijden van de Posbank.
‘Ik weet niet wat ik voelde’
“Een schok.” Dat was het, de volgende ochtend toen Jos’ moeder haar zoon vertelde wat er met zijn vader was gebeurd. “Ik weet niet meer helemaal precies wat ik voelde. Het was onwerkelijk.”
Opgroeien was moeilijk
Dat gevoel zou lang aanhouden. De Posbankmoord bleef een onopgeloste zaak die veel gemoederen bezig hield. Jos: “Opgroeien zonder vader was moeilijk. Omdat hij er niet was, maar ook omdat hij in de belangstelling stond. Het ging altijd over mijn vader. Dat deed zeer.”
Luister en kijk hier naar Jos Wiegmink in De Week van Gelderland. De tekst gaat daaronder verder.
Twee bekentenissen
Maar in 2016 kwam er dan toch verlossing, ook voor Frank S. uit Boekel. Hij kreeg wroeging, stapte naar de politie en bekende zijn aandeel in de moord op Alex Wiegmink. Undercoveragenten wisten vervolgens ook een bekentenis te krijgen uit Souris R. uit Veghel.
Beide verdachten kregen 18 jaar celstraf. Maar R. ging uiteindelijk in cassatie bij de Hoge Raad. Die oordeelde dat de zaak over moest, waarbij rechters ook de bekentenis tegen de agenten moesten afwegen. R. zou die bekentenis aar eigen zeggen hebben verzonnen. Deze week oordeelde het gerechtshof dat R. alsnog 18 jaar moet zitten, omdat er voldoende ander bewijs tegen hem is. Maar R. gaat opnieuw in cassatie.
Kwijt in de muziek
Emoties rond de zaak zijn er volop, maar Jos kan ze kwijt in de muziek. Hij werkt nu zelf als muziekdocent, iets waar hij overigens niet altijd de lol van inzag. “Ik vond gitaarlessen niet altijd leuk, maar mijn moeder zag dat ik er emoties in kwijt kon. En ik vond toch een rolmodel in mijn familie.”
Een einde
Een onbekende man, vroeger in mijn leven, had voorbeeld moeten geven, hoe ik het moest doen. Dat is hoe het rolmodel terug komt in het lied dat Jos vijf jaar terug schreef over zijn vader. Een lied, niet alleen over een vader. Een lied ook over een dader. Door een onbekende man uit de wereld weg gegrepen. Hij had niet begrepen dat jij mij ook pijn zou doen. Jos: “Dat lied was mijn manier om er een einde aan te maken, voor mijzelf.”