RHEDEN – Het wordt een bijzondere zondag voor oud-wielrenner Maarten Tjallingii uit Arnhem. Maar liefst drie keer doen de renners tijdens het NK wielrennen de Posbank aan. “Gaan ze aan mijn tijd komen? Natuurlijk hoop ik dat die snelste tijd zelf houd. Maar wat er ook gebeurt, ik blijf voor altijd de koning van de Posbank”, lacht hij.
8 mei 2016, dat was Tjallingii’s grote dag. De beste klimmer is hij nooit geweest, maar in zijn eigen achtertuin en met de juiste tactiek wist de Arnhemmer dat hij zijn concurrenten te slim af kon zijn. “Hoe ik dat heb geflikt? Ik laat het je zien”, zegt hij terwijl hij naar boven fietst.
‘Die berk is mijn vriend’
“Kijk, hier staat een berk. Dat is mijn vriend. Daar is het nog net even wat vlakker. Een grote man als ik moet hier het verschil maken”, roept de oud-renner terwijl hij de sprint inzet. De eerste meters zien er indrukwekkend uit. Maar niet heel veel later houdt hij alweer stil.
“Ah, hij is te lang!”, roept hij. “Dat was me vroeger niet gebeurd. Maar gelukkig kan ik nu genieten. Heerlijk om door dit prachtige gebied te rijden. Mijn eigen achtertuin.”
Ereronde
“Het was voor mij een soort van ereronde. Fantastisch om mijn carrière af te sluiten met het pakken van de bergtrui in mijn laatste grote ronde: de Giro d’Italia. En dan ook nog eens die trui om te krijgen in mijn eigen Arnhem.”
Nog zo’n twee keer per week fietst hij over de streep waar nog altijd 8 mei 2016 valt te lezen. “Heel bijzonder dat het NK wielrennen nu in Arnhem start en finisht. En dat de renners de Posbank maar liefst drie keer oprijden.”
Trots
Tjallingii deed dat nog met vele honderden mensen langs de lijn. Deze keer mag er geen publiek staan. “Maar dat maakt het niet minder mooi. Iedereen en ook de renners kunnen nu nog beter zien hoe waanzinnig mooi het hier is. Dat maakt mij als Arnhemmer trots.”
Benieuwd naar de reportage met Maarten Tjallingii? Bekijk ‘m hier.