ELLECOM – Minder koeien, stoppen met kunstmest en de koeien vaker laten grazen in de wei. Dat is heel kort wat zestien boeren tussen Zutphen en Arnhem gaan doen. Zo willen ze minder stikstof uitstoten en daarmee de natuur helpen in de uiterwaarden, op de Veluwe en rond de landgoederen bij Brummen.
Op de biologische boerderij van Maaike en Joël Kuipers in Ellecom staan de dames nog op stal. “De ganzen vreten het land hier kaal in het voorjaar, dus de koeien moeten nog even geduld hebben.” Hun boerderij Groot Beimerhof ligt in de uiterwaarden tussen Ellecom en Doesburg.
167 deelnemers
Met vijftien boeren in hun regio doen Maaike en Joël mee aan een landelijke regeling om te ‘extensiveren’. Dit houdt in: meer grond per koe en de dieren moeten meer en langer in de wei kunnen staan. Als tegemoetkoming trekt het Rijk hier 160 miljoen voor uit.
Melkveehouders in of vlakbij Natura2000 gebieden konden zich in groepsverband aanmelden. Boeren mogen dan minder dierlijke mest uitrijden over hun land, in ruil voor een vierjarige subsidie.
Een vijfde van de 167 melkveehouderijen die groen licht kreeg zit in Gelderland. De hoogte van de subsidie verschilt per boer. “Hoe minder koeien per hectare, hoe hoger de vergoeding”, vertelt Maaike. Het stel is blij met de regeling. “Hierdoor durven we de stap naar nog verder extensiveren te maken.”
'Forse vergoeding'
Volgens Gerard Migchels, onderzoeker aan de Wageningen Universiteit, komt de subsidie uit op zo’n 184.000 euro per jaar bij een gemiddelde bedrijfsgrootte van 100 hectare. “Dit is 0,75 miljoen per deelnemer, over de hele periode. Dat is een fors bedrag.” Sommige boeren gaan terug van 180 naar 120 koeien, anderen maken relatief kleinere stappen.
Ook andere biologische boeren zoals Maaike en Joël doen mee. Volgens Migchels hoeven zij hun bedrijfsvoering maar beperkt aan te passen, waardoor de vergoeding voor hen hoger ligt dan de omzetderving. Toch snapt hij de gedachte achter de regeling wel.
Als je kijkt naar het oplossen van het stikstofprobleem dan heb je drie stappen nodig. Het beëindigen van bedrijven, extensiveren en innoveren. Je stimuleert zo het extensiveren.
Er hadden wat Migchels betreft wel meer eisen aan de subsidie gesteld mogen worden, zoals het verplichten van lange termijn investeringen. “Denk aan het kopen van extra grond of het aanpassen van een stal. Dan heeft de regeling langdurig effect in plaats van alleen het tijdelijk compenseren van gederfde inkomsten.”
Minder inkomsten
Voor Maaike en Joël is de regeling het zetje om het nog ‘groener’ te gaan doen. Er stonden eerst 123 koeien in de stal, nu zijn dat er nog 106. “Minder koeien betekent minder mest. We rijden minder mest uit over het land, daardoor komt er minder voer vanaf en het voer bevat ook minder eiwit.”
Het gevolg: minder inkomsten uit de melk. De regeling vangt dat verlies op én biedt ruimte om investeringen te doen voor hun toekomst als biologische boeren. “We kunnen hierdoor ook een stukje hypotheek aflossen en ons erf duurzamer gaan inrichten.”
Zoals het aanplanten van voederhagen, waar de boompjes al voor klaar liggen. “Die zijn goed voor vogels, hazen en kleine zoogdieren. Ook ga je tussen ons gras straks nog meer kruiden zien en gaan onze koeien vaker en langer naar buiten.” Collega’s in hun regio grijpen de subsidie ook aan om te experimenteren met andere vormen van landbouw. “Bijvoorbeeld het telen van noten.”
Eisen
De doelstelling voor alle deelnemers is om het stikstofpercentage per melkveehouderij terug te brengen naar 100 of 150 kilo per hectare. Plaatsingsruimte van 100 kilo stikstof per hectare komt neer op één koe per hectare. Ter vergelijking: in 2023 hield een gemiddeld melkveebedrijf 1,9 melk- koeien per hectare.
“We moeten heel strikt verantwoorden dat we ons aan die lagere stikstofproductiegrens – voor ons betekent dat van 170 naar 150 kilo per hectare – houden”, zegt Maaike. Een andere voorwaarde is dat boeren onderling kennis moeten uitwisselen. Bijvoorbeeld over kunstmest, waar alle deelnemers mee moeten stoppen en waar Maaike en Joël al jaren ervaring mee hebben.
Volgens Migchels kan de regeling een positief effect hebben op de Gelderse natuur. “Als je vlak bij een natuurgebied fors minder gaat bemesten, dan slaat er ook fors minder stikstof neer op dat natuurgebied.”