VELP – Na een voorbereiding van ruim veertien maanden leverde avonturier David Franke een indrukwekkende prestatie: hij stak te voet de gigantische ijskap van Groenland over. Daarmee kwam een langgekoesterde wens eindelijk uit.
Om topfit voor zijn reis te zijn, trainde David iedere week in de bossen rondom Velp. Hij sleepte twee autobanden achter zich aan, die hem moesten voorbereiden op het voorttrekken van zijn zwaarbepakte slee van 80 kilo.
'Alles moet werken'
Begin augustus pakte David met drie andere expeditieleden en de gids het vliegtuig naar Groenland. De eerste drie dagen waren nog ter voorbereiding op de tocht. Zo werd de uitrusting tot in de puntjes gecontroleerd. “Spullen als gasbranders moesten meerdere keren getest worden. Je wilt geen kapotte spullen meenemen: alles moet werken”, vertelt hij.
Ook de tenten werden ‘expeditieklaar’ gemaakt: “De stokken gaan er alvast in en dan rol je het op als een lang pakket. Je wil zo’n tent snel opzetten en daar dagelijks niet te veel tijd aan kwijt zijn, al helemaal niet bij slecht weer.”
IJsberen en kolossale gaten
En dat bleek niet overbodig, want al meteen wachtte de expeditieleden een zware start. In de stromende regen moest het team 800 meter lopen met 600 meter stijging. “Daar zijn we een hele dag mee bezig geweest. Alles was zeiknat.”
Aan de randen van de ijskap werd met een geweer ’s nachts ijsberenwacht gehouden. Minstens zo gevaarlijk waren de gletsjerspleten en de beruchte moulins: kolossale gaten waarin smeltwater verdwijnt. “Als je daarin valt, ben je meteen dood. Het water is ijskoud en de gaten zijn honderden meters diep. Je wordt nooit meer teruggevonden.”
Toch waren er ook hele emotionele momenten. Halverwege mocht David onverwachts met een satelliettelefoon naar huis bellen. “Toen ik mijn vrouw belde, kwam er niks zinnigs uit. Ik heb alleen maar gehuild.”
Pracht en stilte van de ijskap
Naast de ontberingen waren er ook magische momenten: een halo van ijskristallen in de lucht, oorverdovende stilte die pijn deed aan zijn oren, en het noorderlicht dat precies op Davids verjaardag verscheen. “Ik zag het bij toeval, toen ik ’s nachts ging plassen. Het was overweldigend mooi, ik heb gelijk iedereen wakker gemaakt en uit de tent gehaald. Een cadeau van de natuur.”
Eenmaal thuis sloeg de vermoeidheid pas toe en wachtte het comfort van een warm bed. Toch denkt David alweer na over een nieuw avontuur. Wellicht minder extreem, maar ook in de kou: “Ik ga met mijn vrouw winterkamperen in Finland. Maar eerst even een tijdje goed bijkomen van deze reis.”
Mensen kijken verbaasd toe terwijl David twee banden achter zich aan sleept: ‘Het is nu of nooit’