VELP – Geleidelijk komt het voorjaar in zicht. Daarom ging Studio Rheden langs bij bijenhouder Erwin Prins in Velp. Naast zijn werk is hij al ruim 10 jaar bezig met de bij. Zijn kasten met honingbijen staan langs het spoor en hij hoopt op een goed jaar. Niet alleen voor zijn volken, maar voor alle honingbijen, wilde bijen en andere insecten. Want er is werk aan de winkel.
Erwin is een liefhebber en behoorlijk fanatiek. Vooral de gezondheid van de bij gaat hem aan het hart. Erwin: “Toen ik destijds in het nieuws zag hoe slecht het met de bijen ging, besloot ik in actie te komen.” Hij is inmiddels onder andere actief als bijengezondheidscoördinator van de Nederlandse bijenhouders Vereniging. (NBV)
Bijen in de winter
De honingbijen zitten momenteel in rust. In de kou van dit moment bevinden de bijen zich op een tros tussen de verticale ramen die in de bijenkast hangen. De bijen doen net als pinguïns, ze houden zichzelf warm door steeds van plek te wisselen. Van de buitenkant van de tros bewegen ze zich naar de binnenkant. “Bovendien trekken ze hun vliegspieren aan. Daarmee warmen ze zichzelf, elkaar en de koningin op.”
Vanaf een buitentemperatuur van ongeveer 10 graden komt er meer activiteit. Eind van deze week kunnen we bijen dus alweer rond zien vliegen. Als ze dan weer op pad zijn, halen ze zowel nectar als stuifmeel op uit bloemen. De nectar gaat in de raten van de bijenkast en zal in de loop van de maanden indikken (het vocht moet eruit) tot honing. Die honing wordt vervolgens door de imker geoogst.
Allergie
Je kunt imker zijn én allergisch voor bijengif. Want dat is het geval bij Erwin. Jaren terug was hij in Rheden bij een speeltuin een bijennest aan het weghalen zonder voldoende beschermende kleding. Het resultaat: vele steken en op de eerste hulp van het ziekenhuis. Tegenwoordig gaat hij in volle bepakking naar de bijenvolken.
Tekst gaat verder onder de foto

Plant inheems voor onze bijen
Hulp voor de bijen is nodig. Erwin: “Het is schokkend hoeveel gif er aanwezig is in ons ecosysteem. Daar hebben alle insecten last van. Zelfs nog van DDT, een bestrijdingsmiddel dat al in de jaren 70 bij ons verboden werd. Ook de huidige giffen die vooral voor de landbouw worden ingezet, brengen enorme schade toe.
Onze bijen hebben wat dat betreft een behoorlijk moeilijk leven. Daarnaast hebben ze te maken met de varroamijt, een parasiet die hele bijenvolken kan vernietigen én hebben we ook nog de klimaatverandering.”
Het is dus belangrijk dat we allemaal meedoen om onze bestuivers een handje te helpen. Want de hele biodiversiteit staat onder druk. Wereldwijd, landelijk, en ook in Rheden. We zijn in Rheden dan wel gezegend met veel groen, het kan altijd beter. “Bovendien,” benadrukt Erwin, “is het zaak om inheemse en onbespoten planten in de tuin te zetten. En houd rekening met de bloeiboog.”
Voedsel voor het hele seizoen
De bloeiboog betekent dat je van het vroege voorjaar tot in de late herfst zorgt voor bloeiers waar nectar en pollen uitgehaald kunnen worden. Het hele vliegseizoen van de bij moet dus voorzien zijn. “De honingbij gaat op massale bloeiers af, bijvoorbeeld de linde of de heide. Bijen vliegen gemakkelijk 300 of 400 meter van de kast af, maar kunnen ook tot 3 kilometer afstand overbruggen. En dus vanaf Velp bij de heide uitkomen. Maar als de massale bloei er nog niet is, of al voorbij, zijn ze sterk afhankelijk van bloeiende planten en struiken in onze tuinen.”
Het pleidooi van Erwin is luid en duidelijk. Let op dat we genoeg bloeiers hebben. Het begint heel simpel, met de krokussen zoals ze nu al her en der de plantsoenen kleuren.
Grieta Spannenburg