‘Gevaarlijke’ overweg nekt boer in Velp, FrieslandCampina dreigt geen melk meer op te halen

VELP – Boer Nieuwenhuis uit Velp staat met de rug tegen de muur. Als er niet voor 16 december een oplossing komt voor de ‘gevaarlijke’ spoorwegovergang bij zijn bedrijf, komt FrieslandCampina geen melk meer bij hem ophalen. Volgens Nieuwenhuis zou dat de doodsteek betekenen voor zijn melkveehouderij.

Probleem is de onbewaakte onverharde spoorwegovergang bij een zijweg van de Zutphensestraatweg, tussen Velp en Rheden. Die zou veel te gevaarlijk zijn om over te steken.

Om de melk bij de boerderij op te halen, moet de Campina-chauffeur zijn tankauto vanaf het huis van de familie Nieuwenhuis, via een korte bijna haakse bocht het spoor oprijden. Hierdoor is het heel moeilijk het treinverkeer te zien.

Boerin loodst tankauto over het spoor

Momenteel komt FrieslandCampina nog wekelijks naar Velp, maar dat is vooral te danken aan de vrouw van de melkveehouder. Die loodst de chauffeur van de tankauto veilig over het spoor. ‘Ik kan niet meer van huis’, benadrukt de boerin. ‘Zonder mijn hulp kan de tankauto niet veilig over de onbewaakte overgang.’

Het ongeval van maandagochtend in Winsum, waarbij een trein op een tankauto met melk botste, bewijst dat het wel degelijk mis kan gaan op een onbewaakte spoorwegovergang. Op die plek worden nu matrixborden geplaatst die het verkeer moeten waarschuwen voor de gevaarlijke overweg.

‘Oplossing is in zicht’

Melkveehouder Nieuwenhuis voert al jaren gesprekken met grondeigenaar Geldersch Landschap & Kasteelen, spoorbeheerder ProRail en de gemeente Rheden over de situatie. Boer Nieuwenhuis laat doorschemeren dat een oplossing in zicht is, maar hij wil daar verder niks over kwijt. ‘Ik zeg niks om de onderhandelingen over een oplossing niet te dwarsbomen’, laat de Velpse boer weten.

Een woordvoerder van Campina laat in een reactie weten dat een boerenerf veilig en toegankelijk moet zijn. ‘Deze onbewaakte overweg is ons al jaren een doorn in het oog, maar tot op heden is er nog geen oplossing. Daarom hebben wij een ultimatum gesteld.’