Deze ondernemers moeten 10.000 euro coronasteun terugbetalen

RHEDEN – Geld vragen én krijgen om te helpen de loonkosten van je personeel te betalen in coronatijd. Dan hoor je dat je wel recht hebt op het geld, maar dat je het toch allemaal terug moet betalen. Het overkwam Lidy en Gerard Jansen uit Rheden. Ze maakten gebruik van de NOW-regeling van de overheid.

“Dit zijn gewoon hele beroerde maanden en dan komt er nog zo’n afwijzing overheen. Dat je dat totale bedrag moet terugbetalen. Ja, het is heel zuur allemaal”, vertelt Gerard Jansen in de kledingzaak in Rheden die hij samen met vrouw Lidy bestiert.

Net als veel andere ondernemers dachten ze er goed aan te doen om voor de maanden maart, april en mei 2021 subsidie aan te vragen om de loonkosten van hun personeel te dekken. Want door de coronamaatregelen liepen de inkomsten fors achteruit.

Bekijk de video. De tekst gaat daaronder verder.

Maar toen kwam de brief van uitvoeringsinstantie UWV, die de regeling uitvoert. Daaruit bleek dat het totale bedrag dat ze hadden ontvangen terugbetaald moest worden. “Dat is heel wrang. Ik heb mezelf achter de oren gekrabd en die brief twee keer gelezen”, zegt Gerard. “We hebben recht op het geld, maar we krijgen het niet.”

Dat komt omdat het UWV januari pakt als peilmaand. En juist in die maand hadden Lidy en Gerard nog net iemand in dienst die na twee jaar ziektewet weg zou gaan. Maar omdat de loonkosten dus hoger waren dan in maart, april en mei moeten ze 10.000 euro terugbetalen.

Betalingsregeling
Gerard en zijn vrouw zijn niet de enige ondernemers die dit overkomt. Veel van hen moeten geld terugbetalen, meestal omdat ze te veel aangevraagd hebben omdat het slecht in te schatten was hoeveel ze nodig zouden hebben.

Zo’n vijf procent van de ondernemers die moet betalen, heeft bezwaar gemaakt. Ook Gerard deed dat, maar het heeft niet geholpen. “We kunnen het op dit moment niet terugbetalen, die 10.000 euro. We hebben een betalingsregeling kunnen treffen met het UWV.”

Oproep aan ondernemers
“Het voelt gewoon onrechtvaardig”, aldus Gerard. “De onrechtvaardigheid die de regeling in zich heeft en dat men ook niet bereid is om er iets aan te doen. Men zegt: het is zo, dit is de regeling, en daar moet je het mee doen. Het is heel star, heel zuur en niet flexibel.”

Hij roept andere ondernemers die in hetzelfde schuitje zitten als hij op van zich te laten horen. Dat moet een bepaalde kettingreactie op gaan leveren, denkt Gerard. “Want dan zal je toch als overheid of bij het UWV moeten zeggen: we moeten er toch nog eens een keer naar kijken, als zoveel ondernemers tekort worden gedaan door deze regeling.”