DIEREN – Er kwamen vorig jaar 7.800 nieuwe woningen bij in onze provincie. Veel van die woningen brengen aan de voor- en achterkant een nieuwe tuin met zich mee, maar hoe ga je te werk als je vanaf nul moet beginnen? Tuinman Romke van de Kaa uit Dieren heeft advies.
“Je begint natuurlijk met de afscheiding, de omheining”, zegt Van de Kaa. “Dat kan een heg zijn, een schutting of een muur. Daarna begin je met de grond en dat kan wel eens tegenvallen, want bij nieuwbouwhuizen gaat het vaak om slechte grond of grond, vermengd met puin. Daar is dan vaak een schaamlaagje van zwarte aarde overheen gelegd. Dat zet natuurlijk geen zoden aan de dijk.”
Er zijn twee manieren denkbaar waarop je te werk gaat zodra je huis helemaal op orde is, zegt Van de Kaa. “Je kunt het verschrikkelijk verbeteren en karrenvrachten mest aanrukken om de grond zo vruchtbaar mogelijk te maken. Maar je kunt er ook voor kiezen de planten aan te passen aan de omstandigheden. Dan draai je het om: je hebt nu eenmaal slechte grond met puin, dan kun je ook op zoek gaan naar planten die het juist dáár erg goed op doen.”
Deze planten houden van slechte grond
Rozemarijn en lavendel doen het prima op beroerde grond, weet de tuinman. “Lavendel is gek op puin. Daar zit vaak kalk in. Euphorbia, wolfsmelk en zonneroosjes doen het ook goed. Ik kan er wel honderd opnoemen”, lacht de tuinman. “Veel planten houden van slechte grond, grappig genoeg.”
Met alleen maar zand wordt het ingewikkelder. “Dan moet je teruggrijpen op de zogenaamde eenjarigen: planten die in de woestijn groeien. Die enkele keer dat het regent, komen ze op, ze bloeien en ze verdwijnen weer. Nee, zandbakkenzand zou ik wel verbeteren”, raadt Van de Kaa aan.
Wat veel mensen fout doen
Veel nieuwe huiseigenaren maken de fout dat ze te voortvarend van start gaan en meteen een grote boom in hun tuin neerzetten. Doe dat niet, adviseert de tuinman uit Dieren. “Als die grote boom een heleboel wortels heeft, is dat prima. Heeft-ie dat niet, dan duurt het jáááren voor hij aanslaat. Had je toch gekozen voor een kleine boom, dan was die na al die jaren al een stuk verder geweest. Let dus altijd goed op hoe het met de wortels van de boom of struik gesteld is, voor je ze plant.”
De trend in Nederland is dat tuinen steeds kleiner worden. Enerzijds komt dat doordat grond schaars en mensen geen lap tuin meer bij hun woning krijgen; anderzijds kiezen ze er zelf vaak voor hun huis een stukje uit te bouwen en daarmee een stukje van hun tuin op te offeren. “De huizen worden groter en de tuinen kleiner. Daar kun je op reageren door in je tuin kleine struiken en kleine vaste planten te zetten. Dan krijg je een soort Madurodam”, lacht Van de Kaa.
Liever een paar grote dan veel kleine
“Ik denk dat je met een paar grote planten een groter effect bereikt dan met een boel kleintjes. En er zijn genoeg bomen die helemaal niet zo groot worden. Ik vind dat eigenlijk iedere tuin een boom nodig heeft: voor de vogels of om de pindaslingers in te hangen. Een meidoorn, een lijsterbes en een sierappel zijn allemaal bomen die niet zo gek groot worden. Die worden maar een paar meter groot. Kweekperen en mispels zijn ook kleine bomen, er is genoeg keus!”