SPANKEREN – Boer Timo Burgers heeft nu nog zo’n tachtig koeien op zijn veehouderij in Spankeren. Dat worden er de komende weken geleidelijk minder. Burgers heeft besloten om gebruik te maken van de regeling voor piekbelasters. Het liefste was hij nog een tijdje door gegaan, maar door de strenge regels zag hij zich gedwongen om te stoppen.
Bedrijven die binnen 25 kilometer van een natuurgebied staan, en daar te veel stikstofneerslag veroorzaken, komen in aanmerking voor de ‘piekbelastersregeling’. Boeren die willen stoppen kunnen hun bedrijf voor 120 procent van de waarde verkopen. Burgers heeft dus besloten om gebruik te maken van deze regeling “Het is een kwestie van doorgaan tot het schip strandt en dat wil ik voor zijn”, zegt hij.
Een lege stal
Over twee maanden is de stal van Burgers leeg. Iets wat dochter Sophie toch wel gaat missen. “De stal is mijn favoriete plek. Ik ken heel veel namen van de koeien. Dat ik straks niet meer met papa de koeien in de wei kan zetten vind ik wel jammer”, zegt ze. Ook Timo Burgers zelf vindt het jammer om afscheid te moeten nemen van zijn bedrijf. “Ik ben met plezier boer, dus ik zat absoluut niet te wachten op een moment om te stoppen.”
Toch voelde hij zich genoodzaakt om gebruik te maken van de piekbelastersregeling. “We hebben bewust de keuze gemaakt. We hebben de boel uitgerekend, en afgewogen wat we het beste kunnen doen. Daar kwam uit dat stoppen het beste was.”
Op deze manier kan Burgers namelijk nog wel een deel van zijn grond en zijn huis behouden. Heel enthousiast is hij echter niet over de regeling. “Het wordt gepresenteerd als een woest aantrekkelijke regeling, maar dat is het niet. De overheid geeft geld met de ene hand, maar pakt dat met de andere via de belastingdienst weer af”, aldus Burgers.
Stikstofdiscussie
Er is veel discussie over stikstof dat de natuur bedreigt en de crisis in het komen tot oplossingen daarvoor. Burgers is zelf ook een liefhebber van de natuur, maar de huidige regels zijn zó ingewikkeld, dat hij zich afvraagt of de natuur er wel baat bij heeft. “Als ik zelf het idee had dat je op deze plek geen koeien kon houden omdat het schadelijk is voor de natuur, dan had ik er vrede mee gehad. Maar dat is niet zo. Mijn koeien gaan weg, maar dat lost voor de natuur niets op”, zegt de boer.
“Ik stoor me aan het krampachtige van het stikstofbeleid. Uitstoot die ‘het model kan meten’, wordt meegenomen, maar anders niet. Daardoor krijg je een rekenkundig probleem in plaats van een natuurbeschermingsprobleem. Het auto- en vliegverkeer gaat ondertussen gewoon door en daar wordt geen rekening mee gehouden”, aldus Burgers.
De grond die vrijkomt als agrarische bedrijven ermee stoppen, wordt volgens hem ook lang niet altijd voor milieuvriendelijkere alternatieven gebruikt. “De grond wordt dan bijvoorbeeld gebruikt om gewassen te verbouwen die twee keer per dag bespoten worden. Dat is ook niet goed voor de natuur”, vertelt Burgers.
Aangescherpt mestbeleid
Burgers heeft dus nu al besloten om te stoppen, maar hij verwacht dat de regelingen het de komende jaren nog meer boeren moeilijk gaan maken. “De komende vijf jaren worden heel moeilijk en dat heeft met name te maken met het veranderende mestbeleid. Dat wordt aangescherpt waardoor alle boeren veel meer mest af moeten gaan zetten voor veel meer geld”, legt hij uit.
Voor Timo waren de risico’s die daarbij komen kijken te groot. “Ik wil niet met m’n rug tegen te muur komen te staan.”