Een onthutsend geschenk uit Suriname voor de barones van Rosendael

Ridder Bas met het stripboek over Quaco's leven Foto: Omroep Gelderland
Ridder Bas met het stripboek over Quaco's leven Foto: Omroep Gelderland

ROZENDAAL – De Ridders van Gelre zoeken in de Gelderse musea en kastelen naar unieke voorwerpen die het verhaal vertellen van het bijzondere verleden van Gelderland. Vandaag maakt Ridder Bas kennis met Quaco, een zwarte jongeman die in de achttiende eeuw ‘cadeau’ werd gedaan aan de kasteelvrouwe van Rosendael.

In 1778 krijgt de kasteelvrouwe van kasteel Rosendael, barones Eusebia Jacoba de Rode van Heeckeren een onthutsend ‘cadeau’: een zwarte jongeman, Quaco genaamd. Ze krijgt hem van een familievriend, John Gabriel Stedman, die Quaco heeft meegenomen uit Suriname.

Eusebia Jacoba de Rode van Heeckeren krijgt een onthutsend cadeau – Foto: Omroep Gelderland

Tot slaaf gemaakt en naar Suriname gebracht

Quaco komt van oorsprong West-Afrika, maar is daar als kind gevangen genomen, tot slaaf gemaakt en naar Suriname gebracht. Daar werkt hij op de plantage van de Schotse slavenhouder Walter Kennedy. In 1773 komt de Schots-Nederlandse kapitein Stedman in Suriname aan om te vechten tegen de marrons: de tot slaaf gemaakten, die de plantages in Suriname waren ontvlucht. Hij bezoekt Walter Kennedy, die hem de dan 12-jarige Quaco uitleent: “…om mijn parasol te dragen zolang ik in de kolonie ben.” (citaat uit het logboek van John Gabriel Stedman)

Illustratie uit het stripboek ‘Quaco’ door Ineke Mok en Eric Heuvel – Foto: Omroep Gelderland

Quaco in de Nederlanden

In 1775 koopt Stedman Quaco voor 500 gulden over van Kennedy en in 1777 reizen ze naar de Nederlanden. Quaco gaat in Zutphen en Bergen op Zoom naar school, waar hij godsdienstles krijgt en leert lezen en schrijven. Op 14 juli 1778, een jaar na zijn aankomst in de Nederlanden, wordt Quaco officieel vrij van slavernij en na wat omzwervingen doet Stedman hem -met Quaco’s goedvinden- ‘cadeau’ aan barones Torck van Rosendael.

Hierover schrijft Stedman in zijn logboek: “Ik heb mijn eerlijke en trouwe ‘Black boy Qwaccoo’ met zijn eigen instemming cadeau gedaan aan de barones van Rosendael. De familie belooft om Quaco in dienst te nemen als butler. En ze laten hem meteen ook maar even dopen in de Nederduits Gereformeerde kerk van Rozendaal. Op 13 november 1785 krijgt de ‘…Afrikaansche Moor in dienst van de Weledelgeboren hooggeboren heer van Rosendael’ een nieuwe naam: Willem Stedman of Stidman, vernoemd naar zijn voormalige eigenaar.

Kasteel Rosendael in de achttiende eeuw – Foto: Gelders Archief

Naar de Oost

Quaco of Willem blijft niet zijn hele leven bij de familie Torck werken, in 1792 wordt hij om onduidelijke redenen weggestuurd. En op 19 november van dat jaar vertrekt hij als matroos met de VOC naar Batavia, waar op 31 oktober 1795 zijn contract eindigt. Dat is het laatste teken van leven van de dan ongeveer 32 jaar oude Quaco. Helaas is niet te achterhalen hoe zijn leven verder is verlopen. Maar als je meer wil weten over Quaco’s leven: er is een stripboek gemaakt en een website met bronnen en lesmateriaal.

Kijk hier naar het filmpje:

Ridders van Gelre is het geschiedenisplatform van Omroep Gelderland. Hier volg je het laatste nieuws over de Gelderse historie! Kijk op riddersvangelre.nl

Tip: iedere zaterdag organiseert Ridder René een exclusieve gratis rondleiding op een bijzondere locatie. Op bovenstaande pagina vind je een agenda met waar en wanneer je kunt langskomen.