APELDOORN – De oorlogsdreiging vanuit Rusland heeft de hele NAVO op scherp gezet. Defensie wil daarom meer ruimte om te oefenen. Dat zal dit jaar en de komende jaren zichtbaar en merkbaar zijn in Gelderland. Generaal Nicole de Wolf-Fabricius uit Velp is vanaf vandaag de nieuwe commandant van de grootste landmachteenheid. Zij legt uit waarom defensie de provincie Gelderland en de verbinding met de samenleving hard nodig heeft.
De manier waarop Nicole de Wolf-Fabricius het commando overneemt van generaal Roy Sillen is tekenend voor het nieuwe tijdperk van defensie. De overdracht vond deze donderdag plaats met militair vertoon, zichtbaar en centraal op het Marktplein in Apeldoorn. De Wolf heeft het bevel over het vijfduizend mensen tellende Operationeel Ondersteuningscommando Land (OOCL) gekregen.
Waarom is deze overdracht van het commando zo zichtbaar?
“Deze overdracht op een stadsplein is onderdeel van wat we als defensie willen uitdragen. Wij maken deel uit van de maatschappij en zijn er voor die maatschappij. We willen dat de hele Nederlandse samenleving zich realiseert dat de oorlogsdreiging vanuit Rusland reëel is.”
Het is niet ondenkbeeldig dat een lidstaat van de NAVO wordt aangevallen.
“Als defensie nemen we die dreiging uiterst serieus en willen we ons daar tegen kunnen beschermen. Het is niet ondenkbeeldig dat een lidstaat van de NAVO wordt aangevallen. Daar moeten de Nederlandse krijgsmacht, luchtmacht en marine klaar voor zijn. Tegelijkertijd hebben we als defensie begrip van de samenleving nodig voor hetgeen we doen. Het is voor ons een dunne scheidslijn tussen zorgen dat de samenleving zich bewust is van de dreiging, zonder iedereen angst aan te praten. Zichtbaar zijn is een goede manier om te laten zien dat er een krijgsmacht is. En dat die moet oefenen om paraat te staan als het nodig is.”
Dit is dus niet alleen voor de show?
“Nee, we hebben het nodig dat mensen begrijpen wat er aan de hand is. De hoogste militair van de NAVO Rob Bauer waarschuwt dat Rusland binnen nu en zeven jaar met enig overwicht een lidstaat van de NAVO, zoals Litouwen, kan aanvallen. Als NAVO-bondgenoot moet ook Nederland haar verantwoordelijkheid nemen. En moeten we paraat zijn, oefenen, weten wat we kunnen en wat we moeten verbeteren. Elke NAVO-lidstaat moet naar vermogen meedoen.”
“Om Rusland te laten zien waar de NAVO toe in staat is, houden we deze maanden de grootste NAVO-oefening in dertig jaar. 90.000 militairen uit heel Europa nemen deel aan de oefening Steadfast Defender. Vanuit Nederland doen we met 5000 militairen, 1000 voertuigen, marineschepen en vliegtuigen mee. Nederland is goed in logistieke oplossingen. We zijn innovatief en kunnen snel nieuwe ideeën bedenken en uitvoeren. De oefening gebruiken wij als OOCL om samen Duitse eenheden maar ook met civiele partners de ondersteuning van gevechtseenheden te trainen. Waar kunnen we elkaar versterken? Vanuit de NAVO wordt naar die samenwerking gekeken.”
Zal Rusland niet de schouders ophalen bij zoveel oefenkracht aan de westgrens, zolang er niet genoeg munitie lijkt te zijn?
“Als het over munitie gaat laten we ons niet in de kaarten kijken. Laat ik het zo stellen: Wij zorgen dat er genoeg munitie is. Daarbij is de vraag wat we ter beschikking kunnen stellen aan Oekraïne en wat hebben we nodig voor andere doelen, zoals onze eigen slagkracht. Door de oorlog in Oekraïne is de behoefte in Europa aan munitie hoog en wordt steeds hoger.”
Gaat het defensie lukken om genoeg ruimte te vinden in Nederland? Op de eerste versie van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie kwamen ruim 2500 zienswijzen binnen.
“Ik woon zelf in Velp en zit net als veel mensen ook niet te wachten op een windmolen, logistiek bedrijf of een militair oefenterrein in mijn achtertuin. Tegelijkertijd ben ik wel realistisch. Ik wil namelijk wel stroom, dat er pakketten worden bezorgd en dat Nederland zichzelf en de NAVO kan verdedigen. We leven in een democratisch land waar alles tegen elkaar wordt afgewogen. Dat betekent ook dat er misschien een besluit valt dat niet helemaal past in mijn plaatje. Er zullen prioriteiten gesteld worden en dat accepteer ik.”
“Mensen zijn gewend dat defensie krimpt. Toen ik begon in de jaren 90, was de muur gevallen en leek een tijd van eeuwige vrede aangebroken. Met alles wat er nu gebeurt in Oekraïne, Israël en Gaza weten we dat dat niet zo is. Aan de grens van Europa bevindt zich een heel reële dreiging. We moeten ons voorbereiden en zorgen dat we weerbaar zijn. Dat betekent oefenen, oefenen, oefenen.”
Dat is een punt waar het schuurt in de verbinding die defensie zoekt met de samenleving.
“En daar hebben we ruimte voor nodig, ook ruimte in Gelderland. Een groot deel van de ruimte die defensie vraagt, valt binnen de bestaande vergunningen die we feitelijk al hebben. In sommige gevallen hebben we meer of nieuwe ruimte nodig. Daar kan onze behoefte aan ruimte wringen met andere belangen. Dat is een punt waar het schuurt in de verbinding die defensie zoekt met de samenleving. In Gelderland is die verbinding heel sterk. Ga hier op straat maar eens vragen wie een relatie heeft met defensie. De landmacht is hier ook onderdeel van het verenigingsleven, van de economie. Ik denk eerlijk gezegd dat uitbreiding van onze ruimte op minder weerstand stuit, dan wanneer we alle kazernes in Gelderland zouden sluiten.”
Levert dat genoeg mensen op? Is defensie aantrekkelijk als werkgever?
“De nu zichtbare dreiging maakt denk ik dat meer mensen een bijdrage willen leveren om te beschermen wat ons dierbaar is. We hebben niet alleen arbeidskrachten nodig, maar ook reservisten en bedrijven die klaar staan als de nood aan de man is. Denk aan logistieke bedrijven en bouwbedrijven die expertise en materieel ter beschikking stellen als het nodig is. Omgekeerd kunnen bedrijven ook iets aan ons hebben. Wij zijn heel goed in mensen trainen en opleiden. Dat levert betrouwbaar personeel voor bedrijven op die met ons samenwerken.”
“Als werkgever zullen wij ons best doen. Alles wat een maatschappij nodig heeft, heeft een leger ook nodig: medisch personeel, it-ers, technici, onderwijzend personeel, chauffeurs, verpleegkundigen, noem het maar op. We werken samen met mbo’s zoals het ROC Aventus (regio Stedendriehoek, red.). Het dienjaar kan ook helpen om jongeren naar defensie te trekken en enthousiast te maken.”
Ik wil onze organisatie inclusiever maken.
“We blijven werken aan onze arbeidsvoorwaarden om beter in te kunnen springen op de balans tussen werk en privé in verschillende levensfasen van personeel. En ik wil onze organisatie inclusiever maken. Wat voor gender of achtergrond je ook hebt. Onze organisatie, onze besluiten, worden beter van diversiteit. Daar ben ik van overtuigd.”
Is het spannend om in deze tijd bij defensie te werken?
“Ik heb altijd moeten uitleggen waarom ik bij defensie werkte. Mensen begrepen dat niet. Sinds Rusland Oekraïne is binnen gevallen hoeft dat niet meer. Ik geloof dat bij meer mensen het besef leeft dat we iets te beschermen hebben. Ik heb gediend in Irak, in Bosnië en in Afghanistan. Altijd als ik terugkwam, dacht ik: Wat hebben we het toch goed in Nederland. Dat is het beschermen waard.”
Militaire oefeningen duren langer en zijn zichtbaarder
Van 2 tot en met 5 april oefenen de rode baretten in Nijmegen en Arnhem. Ongeveer 120 rode baretten zullen oefenen met patrouilles en konvooien door de steden. Op woensdag 3 april om 12.00 uur is te zien hoe de militairen abseilen van de Eusebiuskathedraal. In Nijmegen steken de rode baretten met boten de Waal over, waarna de militairen met chinooks worden opgehaald.
De Nederlandse colonne van 1000 voertuigen voor de NAVO-oefening Steadfast Defender trekt in de nacht van 9 op 10 april door Gelderland. Onderdeel van de oefening is het oversteken van de IJssel. Genisten van het OOCL leggen een pontonbrug waar de colonne overheen trekt. Het scheepvaartverkeer wordt dan tijdelijk afgesloten.