Zo blusten ze vroeger een brand

Hiermee blusten ze vroeger een brand Foto: Omroep Gelderland
Hiermee blusten ze vroeger een brand Foto: Omroep Gelderland

DOESBURG – De Ridders van Gelre zoeken in de Gelderse musea naar unieke voorwerpen die het verhaal vertellen van het bijzondere verleden van Gelderland. Woensdag ontdekt Ridder René emmertjes van leer waarmee de Doesburgse bevolking vroeger branden bluste.

In de tentoonstelling van museum De Roode Tooren in Doesburg staan 12 leren brandemmers uit de achttiende en negentiende eeuw uitgestald. Die werden in de middeleeuwen en de eeuwen daarna gebruikt om branden in de stad te blussen. In die tijd hadden ze natuurlijk geen brandweerwagens en automatische waterpompen, maar moesten alle inwoners van de stad helpen blussen met brandemmers.

Vroeger waren de huizen voornamelijk gebouwd met hout, stro en riet, dus als er dan brand uitbrak in de stad, dan ging het letterlijk als een lopend vuurtje van huis naar huis. Soms brandden hele wijken of straten af. Zoals in 1614, toen vrijwel de hele Doesburgse Bergstraat in de as werd gelegd. Sommige oude Doesburgers noemen de Bergstraat dan ook nog steeds ‘het verbrande straotje’.

Als er brand uitbrak moesten alle burgers helpen blussen – Foto: De Roode Tooren – J. van Elten

Iedereen moest helpen blussen

Dus als er brand uitbrak was het alle hens aan dek. Alle burgers van de stad werden letterlijk opgetrommeld om te helpen blussen. Daarvoor werden leren emmers gebruikt. Overal in de stad verspreid waren putten, waterkelders en pompen en er kon natuurlijk ook water uit de IJssel en de Oude IJssel gehaald worden.

Vervolgens vormden de burgers een lange rij en gaven ze de volle emmers door van de waterbron naar de brandhaard. Het water werd op het vuur gegooid en de emmer werd snel weer naar de waterbron gebracht om opnieuw te vullen. Zo was er een voortdurende aanvoer van bluswater.

Verplicht een brandemmer in huis

Maar daarvoor had je natuurlijk ontzettend veel emmers nodig. Iedere Doesburger was rond 1600 dan ook verplicht om zo’n blusemmer in huis te hebben. Had je er geen, dan kreeg je een fikse boete. En niet alleen alle huishoudens bezaten een eigen brandemmer, de Doesburgse kloosters, de gemeente, de kerk en de gildemeesters hadden er zelfs meerdere.

Maar je kunt je voorstellen dat het na zo’n brand een enorme chaos was. Alle emmers lagen door elkaar en hoe vond je als burger dan je eigen emmertje weer terug? Daar hadden ze iets op gevonden, alle emmers waren beschilderd met namen of herkenbare merktekens.

Alle emmers waren beschilderd met namen of herkenbare merktekens – Foto: Omroep Gelderland

Verwaarloosd op zolder

In de collectie van De Roode Tooren zijn alle emmers voorzien van een jaartal, de naam van de gebruiker of een beschildering van het gilde waarvan iemand lid was. Zelfs de burgemeester had zijn eigen emmer.

Toen de moderne brandspuit zijn intrede deed in Doesburg, belandden de blusemmers op de zolder van het gemeentehuis. Daar stonden ze jarenlang, verwaarloosd, uitgedroogd, met kapotte bodems en hengsels en afgebladderde beschilderingen. In de jaren zeventig zijn ze daar ontdekt en prachtig gerestaureerd en nu staan ze te pronken in het Doesburgse stadsmuseum.

Kijk hier naar de video:

Ridders van Gelre is het geschiedenisplatform van Omroep Gelderland. Hier volg je het laatste nieuws over de Gelderse historie! Kijk op riddersvangelre.nl

Tip: iedere zaterdag organiseert Ridder René een exclusieve gratis rondleiding op een bijzondere locatie. Op bovenstaande pagina vind je een agenda met waar en wanneer je kunt langskomen.