Column: Cultuur? Even wat minder graag

Geld Foto: Pixabay
Geld Foto: Pixabay

DE STEEG – Afgelopen maandag keek ik naar de raadsvergadering in De Steeg van de gemeente Rheden. Er kwamen flink wat insprekers langs. Allemaal met dezelfde boodschap: bezuinig niet op cultuur! Alsof cultuur het belangrijkste is wat er bestaat. Nou, daar denk ik toch écht anders over. Er mag ook wel een tegengeluid zijn, en dat hoorde ik niet in de raadszaal.

Want waarom moeten wij als inwoners meer belasting gaan betalen, alleen omdat een paar mensen graag naar een concert gaan of in een koor zingen? Laat ze dan gewoon wat meer betalen voor een kaartje. Ik betaal ook gewoon de volle mep als ik naar de bioscoop ga of een avondje uit op de Korenmarkt. Waarom moet cultuur dan gesubsidieerd blijven alsof het een basisbehoefte is?

Broekriem aanhalen

Er kwamen verenigingen en clubs langs waarvan ik het bestaan niet eens kende. De lijst leek eindeloos: toneel, fanfares, harmonieën, orkesten, kunstgroepen, noem maar op. Prima dat ze bestaan, maar moeten wij daar met z’n allen voor opdraaien? Zeker in tijden waarin iedereen de broekriem moet aanhalen?

En het werd steeds vreemder. Er staan mensen in de raadszaal een liedje te zingen. Er wordt ook de hele avond geklapt. Dat is normaal niet toegestaan. Waarom nu wel voorzitter? En een toneelgroep in kostuum die achter de microfoon wordt gezet om een woordje te doen. En dan de kroon op de avond: een organisatie die een prijs van 3000 euro wil uitreiken. Waarom zo veel? Een bedankje en een bloemetje doen het toch ook prima?

Mijn boodschap: laat cultuur z’n eigen broek ophouden. Begrijp me goed, Rheden mag van mij best subsidiëren, maar niet de hoofdprijs. Zoek sponsors. Vraag wat meer contributie. Ga meer samenwerken. Minder clubhuizen misschien? En organiseer gewoon iets minder. Want het kan echt ook met minder.

Cultuurmensen zijn altijd zo trots op hun creativiteit. Nou, laat die creativiteit dan ook los op de financiën. Dan blijft cultuur vanzelf bestaan. Zonder dat wij daar als belastingbetaler keer op keer voor moeten opdraaien.

David Janssen