RHEDEN – Zowel de weduwe, de drie zoons en de broer van Alex Wiegmink mogen tijdens het proces van de Posbankmoord gebruik maken van hun spreekrecht. Officieel geldt voor het spreekrecht een maximum van drie nabestaanden, maar de rechter vindt dat al deze familieleden de kans moeten krijgen om uit te leggen wat de gevolgen van de moord voor hen zijn geweest.
De rechter heeft dat woensdagochtend bepaald tijdens een zogeheten pro-formazitting tegen de twee verdachten van de Posbankmoord. Het gaat om de 56-jarige Frank S. uit Boekel en de 43-jarige Souris R. uit Veghel. Zij zijn in november 2016 aangehouden, nadat ze bijna 14 jaar buiten beeld bleven voor de geruchtmakende moord.
De 44-jarige Alex Wiegmink uit Drempt keerde op 20 januari 2003 niet terug van een rondje hardlopen door natuurgebied De Posbank. Zijn lichaam werd teruggevonden in zijn uitgebrande auto in het Brabantse Erp.
‘Wegmaken lijk’ mogelijk verjaard
De verdachten wordt moord in vereniging, brandstichting en het wegmaken van het lijk ten laste gelegd. De rechter stelde woensdag dat het wegmaken van het lijk, waar een maximale gevangenisstraf van twee jaar op staat, mogelijk verjaard is. De officier van justitie wilde hier nog niet op ingaan.
Undercoveragenten worden gehoord
De inhoudelijke behandeling van de zaak staat gepland op 24 mei. Voor die tijd moeten nog verdachten en getuigen worden gehoord bij de rechter-commissaris. Onder de getuigen zitten ook de undercoveragenten die Frank S. en Souris R. al maanden volgden, voordat Frank S. in november vorig jaar zichzelf bij de politie meldde na een uitzending van Opsporing Verzocht.
Souris R. heeft tot nog toe geen verklaring afgelegd. Hij beroept zich op zijn zwijgrecht. Frank S. was woensdag bij de zitting aanwezig, Souris R. niet.