Getuige Posbankmoord doet zijn verhaal: ‘Ik ben de laatste die Wiegmink gezien heeft’

RHEDEN – Zaterdag is het precies 15 jaar geleden dat Alex Wiegmink vermoord werd op de Posbank. Hans Hissink fietste op de dag van de moord toevallig in het natuurgebied in Rheden en zag het slachtoffer en de twee verdachten. Hij deed zijn verhaal in het programma De Week van Gelderland van Omroep Gelderland.

‘Ik zat op mijn mountainbike en zag plotseling iets wits en wat mensen erbij’, begint Hissink. ‘Ik was nieuwsgierig. Kwam dichterbij en zag wat er aan de hand was. Twee mannen liepen weg. Ik zag Wiegmink in een foetushouding liggen, met een wit T-shirt aan en een bloedvlek op zijn rug.’

Hissink fietste snel verder en stelde zich niet veel later verdekt op achter wat bomen. ‘Ik had gelukkig mijn telefoon bij me en belde de politie. Ik vertelde wat ik gezien had. De politie was er snel bij, maar helaas toch iets te laat.’

Hissink vertelde tegen de politie wat hij gezien had. Toch duurde het heel lang voordat er twee mannen werden veroordeeld, op basis van nieuw DNA-onderzoek. Nu Frank S. en Souris R. veroordeeld zijn en vastzitten, wil Hissink zijn verhaal delen.

Angst

‘Angst speelt daarin ook een rol. Omdat de daders zo goed als veroordeeld zijn, treed ik nu naar buiten. En ook om het belang van getuigen te onderstrepen. Veel getuigen melden zich niet terwijl het juist zo belangrijk is om zaken op te lossen.’

In december kreeg de getuige een heldenpenning uit handen van Pieter van Vollenhoven. Hissink was voorgedragen door Peter R. de Vries. Via de misdaadverslaggever kwam hij ook in contact met de nabestaanden van de omgebrachte Alex Wiegmink.

‘Het was een enorme eer en heel bijzonder. Zijn familie wilde dat ik deze penning kreeg. Ik ben de laatste die Wiegmink gezien heeft. Het was emotioneel voor hen.’

Foto: Alex Wiegmink

Hoger beroep

Frank S. en Souris R. zijn in hoger beroep gegaan tegen hun straf.  De twee Brabanders kregen vorig jaar gevangenisstraffen opgelegd voor doodslag en brandstichting. Frank S. uit Boekel kreeg 14 jaar en Souris R. uit Veghel 16 jaar. Dat was hoger dan de 13 jaar celstraf die het Openbaar Ministerie had geëist.