RHEDEN – Het 100ste Veluwse heidelam van de Rhedense schapenherder Cynthia Berendsen is geboren en het is er ook nog een van een drieling. Dat is een flinke mijlpaal voor deze schapensoort; niet heel lang geleden werd het Veluwse heideschaap nog met uitsterven bedreigd.
Voorheen liepen er talloze Veluwse heidenschapen over de Posbank. Met de komst van kunstmest werd schapenmest echter overbodig en daarmee werd ook deze schapensoort – gebruikt voor hun mest – overbodig. Nu zien schapenherders zoals Cynthia Berendsen een terugval; mensen willen weer schapenmest gaan gebruiken. Dat is namelijk beter voor het milieu.
‘Mensen zijn steeds meer bezig met wat ze eten en waar het eten vandaan komt. Daarom zien we nu ook dat mensen terug willen naar schapenmest, zodat natuurlijke producten gebruikt worden bij de verwerking van hun eten’, vertelt de Rhedense schapenherder.
De geboorte van het 100ste lammetje is dan ook zeker een belangrijke mijlpaal. Want, net zoals andere schapenherders, is Berendsen met haar organisatie de Rhedense Schaapskudde bezig met het terugfokken van het Veluwse heideschaap.
‘Ze poepen zichzelf omhoog’
‘We zijn er erg blij mee. Het is ook nog eens extra bijzonder dat het er een van een drieling is; het Veluwse heideschaap krijgt vrijwel nooit een drieling’, vertelt ze.
ls de lammetjes volwassen zijn, worden ze aan het werk gezet om de natuurlijke mest uit te stoten. Nadat de schapen de hele dag hebben gegraasd, worden ze ’s avonds in de stal geplaatst. Dat is een speciale meststal, ook wel bekend als een ‘potstal’, met een extra diepe bodem die gevuld wordt met het natuurlijke ‘product’. De schapen poepen, dan wordt er hooi over hun uitwerpselen gestrooid door de boer en zo komen er steeds meer mestlagen bij.
‘Ze poepen zichzelf omhoog’, zoals Berendsen het productieproces zelf beschrijft.
Kun je niet genoeg krijgen van lammetjes, schapen en hun uitwerpselen? Houd dan de LammetjesCam in de gaten hieronder.