Proef: tóch lekker kunnen voetballen, met weinig prikkels

De eerste trainingen zijn een succes.  Foto: Omroep Gelderland

– Voetbal lijkt een toegankelijke sport waar iedereen aan mee kan doen, maar dat ligt voor sommige kinderen toch niet zo simpel. Daarom is in Rheden een proef gestart voor kinderen die in een regulier team niet goed uit de voeten kunnen.

“Onze trainingen zijn qua opbouw altijd hetzelfde, zodat kinderen weten wat ze kunnen verwachten”, legt mede-initiatiefnemer Anouk Huurman uit. “Ook hebben we een time-outplek, waar kinderen heen kunnen als het ze even te veel wordt.”

Anouk werkt op basisschool de Ommezwaai in Arnhem, een school voor kinderen met ‘moeilijk verstaanbaar gedrag’: “Dit zijn bijvoorbeeld kinderen met ADHD, ADD of autisme, maar het kan ook een taalontwikkelingsstoornis zijn. Wat de kinderen in ieder geval gemeen hebben, is dat ze niet overal hun plek kunnen vinden.” Anouk vond het sneu om te zien dat de kinderen heel graag willen voetballen, maar vastlopen in de reguliere teams.

Omgaan met afwijkend gedrag

“Op reguliere voetbalclubs zie je vaak dat vrijwilligers, moeders of vaders met al hun liefde voetbaltraining geven aan de jeugd. Maar ze zijn niet opgeleid om met kinderen om te gaan die afwijkend gedrag vertonen, en daar loopt het dan op spaak.”

Daar hebben ze bij SC Rheden nu extra goed op ingezet: “Onze trainer Dave Holewijn heeft zelf ADHD, en een zoon met ADHD die ook meetraint. Daarnaast hebben we een pedagogisch begeleider, Joëlle Bosveld, die bij elke training aanwezig is.”

Prikkels

En Joëlles rol is zeker niet overbodig. Tijdens de training neemt ze meerdere malen een kind apart dat het even moeilijk heeft: “Soms komen er tijdens een oefening te veel prikkels tegelijk binnen, dan is het lastig om te schakelen. Ik help ze vervolgens om de situatie te begrijpen, en gezamenlijk een oplossing te bedenken zodat ze weer verder kunnen voetballen.”

Ook zij zet zich graag in voor deze kinderen: “Ze willen net als andere kinderen mee kunnen doen. Het ‘erbij willen horen’ is juist op deze leeftijd één van de belangrijkste dingen. En nu kunnen ze ook tegen hun vriendjes zeggen dat ze op voetbal zitten.”

Anouk is blij dat het gelukt is om de proef te organiseren: “Je gunt deze kinderen hun sportplezier, en het samenzijn met anderen.”