6 tips om goed voorbereid de weg op te gaan bij koud weer

Wegenwachter Menno van Weert met koffieapparaat. Foto: Omroep Gelderland

– Het winterweer zorgt voor megadrukte bij de ANWB. Het gaat om typische gevallen van winterpech, zoals auto’s die niet willen starten en vastgevroren autosloten. Het ANWB Servicecentrum weet hoe je goed de weg op kunt.

De ANWB heeft op een gemiddelde dag zo’n 4000 pechgevallen per dag. Dat liep deze week al op tot 7500 per dag. De ANWB heeft daarom deze week extra mensen op de weg en zegt daarmee alles onder controle te hebben. Soms vragen ze wel op begrip als mensen met pech iets langer moeten wachten.

“Het is druk, dus soms sta je toch anderhalf tot twee uur te wachten”, vertelt wegenwachter Menno van Weert in Wolfheze bij het ANWB Servicecentrum. Hij geeft tips om goed voorbereid op weg te gaan deze winterse dagen.

Tip 1: Niet krabben, maar spuiten

“Regelmatig zien we autoruiten die niet goed zijn gekrabd”, vertelt Van Weert. Die ruiten moeten goed schoon zijn, en hij geeft als tip: “Anti-vriesmiddel in een spuitbus. Dat is tien keer beter dan een gewone ijskrabber. Dat noemen ze de-icer. Gewoon erop spuiten en klaar. En je bent met 10 seconden weg.”

Tip 2: Sloten en rubbers drooghouden

Automobilisten moeten volgens Van weert ook hun auto goed droog houden. Dat voorkomt bevriezing: “Mensen wassen de auto. Maken de deurrubbers niet goed droog, dan vriest de deur vast.”

En bevriezing van sloten is makkelijk te voorkomen door er kruipolie in te spuiten. Maar dat moet je dan wel op tijd te doen: “In principe met droog, zonnig weer: pak even de kruipolie. Smeer even die sloten. Het vocht dat erin komt, druipt er dan als het ware uit.”

Tip 3: Extra rondje rijden voor de accu

Volgens Van Weert ziet hij deze dagen één veel voorkomend euvel: “Auto’s die niet willen starten ’s ochtends. Toch die accu die net een paar jaar te oud is. Dan kan ie het net niet bolwerken.”

Hij geeft daarom het advies om de accu gewoon een keer te laten controleren bij de garage. Ook raadt hij aan niet alleen maar kleine stukjes te rijden: “’s Morgens vroeg. Het is koud. Verwarming aan. Achterruitverwarming aan. Blower op standje ‘levensgevaarlijk’. De stroom die opgewekt wordt door de dynamo gaat dan niet naar de accu, maar naar alle accessoires. Dus die accu wordt dan slechter bijgeladen. Het is verstandig om dan een beetje langer te rijden, niet alleen hier naar de supermarkt.”

Tip 4: Ga goed gekleed op pad

“Het is druk bij de wegenwacht, soms sta je toch anderhalf tot twee uur te wachten”, zegt wegenwachter van Menno van Weert. Je moet dan wel goed voorbereid op weg gaan, zegt hij: “Neem vooral een fleecedeken mee in de auto. Als de auto langs de weg kapotgaat, dan sta je een paar uur in de kou te wachten.”

Ga dus ook goedgekleed op pad. Vanochtend zag hij nog iemand in een t-shirt uit de auto komen. Dat raadt de wegenwachter af: “Als die auto langs de weg kapot gaat, dan sta je wel anderhalf uur lang te wachten in je T-shirtje.” Neem dus een dikke jas mee, is het advies: “Je moet jezelf goed beschermen.”

Tip 5: Deken mee

Naast goede kleding, is het volgens Van weert verstandig om een deken mee te nemen bij autopech: “Neem vooral een fleecedeken mee in de auto, zodat je jezelf in kunt wikkelen. Dan word je vanzelf wel weer warm.”

En als je dan toch te lang met pech dreigt te moeten wachten: “Het is verstandig om even ergens koffie te gaan drinken en op te warmen. En niet in de auto te blijven wachten”, aldus de wegenwachter.

Tip 6: Starten aan de paal

Van Weert heeft ook nog een gouden tip voor rijders van een elektrische auto: “Zet de auto alvast aan wanneer hij nog aan de paal aan het laden is. Want dan pakt hij de stroom van de paal en dat gebruikt ie dan om de auto op te warmen. Dat scheelt ook weer stroom voor onderweg. Dan kun je misschien net iets langer rijden met de accu.”

Bakkie koffie

En als alles dan mis gaat en je staat in de kou langs de weg, dan biedt Van Weert ook nog extra service, want achter in zijn wegenwachtauto staat een koffieapparaat: “Voor de langwachters. Om op te warmen.”

Eén klein dingetje: “Hij is bevroren”. Maar ook dat lost Van Weert wel op: “Even ontdooien.”