Fako vluchtte 30 jaar geleden al voor oorlog: ‘Ik zie nu dezelfde beelden in Oekraïne’

Begin dit jaar bezocht Fako zijn vaderland. Foto: Fako Dzigal

– Fako Dzigal (52) uit Rheden vluchtte dertig jaar geleden naar Nederland vanwege oorlog in zijn geboorteland Bosnië en Herzegovina. Terwijl hij nu de onafhankelijkheid van zijn vaderland viert, volgt hij tegelijkertijd wat er in Oekraïne gebeurt.

Het is begin 1992. Fako studeert Bos- en Natuurbeheer in Sarajevo, de hoofdstad van Bosnië en Herzegovina. “Ik was aan het afstuderen, wij leefden zorgeloos”, blikt Fako terug.

Tijdens een referendum op 1 maart 1992 stemt een meerderheid van de mensen voor de onafhankelijkheid van het land. De Bosnische Serviërs zijn het er niet mee eens. Kort daarna beginnen ze de oorlog in het land.

Met de spanningen in Oekraïne is oorlog actueler dan ooit. In de vierdelige serie ‘Ik & Oorlog’ spreekt Omroep Gelderland met Gelderlanders die uitgezonden zijn geweest voor het Nederlandse leger of naar Gelderland zijn gevlucht vanwege oorlog in hun thuisland. Dit is deel 2.

Lees ook deel 1: Veteraan Ton oefende al eens voor een Russische inval

‘Beschietingen van alle kanten’

“De dreiging kwam steeds dichterbij, ik woonde op kamers toen. Op een gegeven moment begonnen de beschietingen van alle kanten”, herinnert Fako zich. Hij vertelt dat Bosnië op dat moment geen leger had, en dus ook geen wapens. De Bosniër kan zich niet verdedigen in de hoofdstad. Hij vlucht naar zijn ouderlijk huis op 60 kilometer van Sarajevo.

Afbeelding
Fako in 1992 als student in Sarajevo Foto: Fako Dzigal

In oktober vallen de Kroaten het huis van zijn familie binnen. “Zij hebben ons huis bezet, wij moesten in tien minuten vluchten.” Terwijl de familie van Fako achterblijft, wil hij naar het Westen vluchten. Via het Rode Kruis lukt het hem om tijdelijk in Kroatië te verblijven. Vanuit daar wil hij naar Nederland, waar zijn broer op dat moment al zit.

Vluchtpogingen

“De eerste poging om met de trein te vluchten, mislukte. In Kroatië heb ik daarna een tijdelijk reisdocument geregeld. Het was moeilijk, maar het is uiteindelijk gelukt.” Door gebrekkige controle en geluk te hebben en in een treincoupé met andere Kroaten te reizen, komt Fako via Slovenië Oostenrijk binnen. Vanuit daar reist hij door naar Nederland.

“In de vroege ochtend zag ik vanuit de trein weilanden met koeien. Ik dacht nog: ik ga alleen op bezoek bij mijn broer. Maar toen moest ik de asielprocedure in.” Fako verblijft in verschillende asielzoekerscentra door heel Nederland. Na een jaar krijgt hij de verblijfsvergunning en bouwt hij zijn bestaan hier op. Zo maakt hij zijn studie af en helpt andere Bosniërs die naar Nederland komen.

Dertig jaar later

Terwijl de Bosniërs inmiddels dertig jaar onafhankelijkheid vieren, vechten de Oekraïners op dit moment voor hun onafhankelijkheid. “Ik kijk met veel verdriet naar wat er in Oekraïne gebeurt. Ik zie dezelfde beelden als in Bosnië: mensen die dood op straten liggen, mensen die naast mij in Sarajevo op de grond vielen”, vertelt Fako.

Hij voelt zich vooral machteloos. “Ik denk aan alle slachtoffers, ouderen, mensen die in heel moeilijke omstandigheden leven. Ik zou Oekraïners willen helpen, maar ik kan alleen humanitaire hulp via organisaties bieden.” Die machteloosheid voelde hij ook dertig jaar geleden in Bosnië en Herzegovina. “Het Westen kon ons daar niet helpen en wij hadden een embargo op wapens om verdere escalatie te voorkomen.”

‘Dreiging is overal’

Praten met lotgenoten hielp Fako de gebeurtenissen uit zijn geboorteland te verwerken. Dat geldt nu ook voor de oorlog in Oekraïne. Volgens Fako moeten we zuinig zijn op onze vrijheid. “Aan het einde van de twintigste eeuw dachten wij allemaal dat er nooit meer oorlog in Europa uit zou breken. Ook nu, maar de dreiging is overal nu. Mensen moeten proberen hun vrijheid beter te beschermen. Wij moeten niet denken dat oorlog nooit bij ons kan gebeuren.”

In Ermelo is zondag gevierd dat Bosnië en Herzegovina 30 jaar onafhankelijk is. Naast feest was er ook aandacht voor de oorlog in Oekraïne. De oorlog raakt vooral veel jonge Bosnische Nederlanders: “Het is verschrikkelijk en ik kijk ook met veel verdriet naar de beelden uit Oekraïne. Onze ouders hebben dit meegemaakt en nu dertig jaar later is het weer oorlog”, zegt Belma Osmanovic Camdzic (26).