Dit moet je weten over het omstreden onkruidmiddel glyfosaat

Een geel-oranje weiland

– De een noemt het een gewasbeschermingsmiddel, voor de ander is het simpelweg gif. Deze week stemmen de lidstaten van de EU over het gebruik van glyfosaat in de Europese akkerbouw. Mag het nog eens tien jaar gebruikt worden of komt er een algeheel verbod? Voor de meeste akkerbouwers is het middel onmisbaar om mee te kunnen gaan in de wereldwijde voedselvraag, maar steeds meer wetenschappers wijzen op de schadelijke effecten voor de gezondheid. Tijd voor een spoedcursus over het bestrijdingsmiddel.

Wat is glyfosaat?

Glyfosaat is een chemisch gewasbeschermingsmiddel, een zogeheten herbicide. Glyfosaat stopt de groei van onkruid, dat een grote bedreiging vormt voor de oogst. Het middel voorkomt dat de plant verder groeit, het doodt de bladeren en de wortels. Het resultaat is te zien aan bijvoorbeeld een geel akkerland met afgestorven en dorre planten. Vaak is dat onkruid of gras.

Is het gevaarlijk?

Over het antwoord op die vraag bestaat heel veel discussie. Specifiek en heel gericht gebruik zou weinig risico opleveren, maar steeds meer studies laten een direct verband zien tussen het gebruik van glyfosaat en ziektes als Parkinson. Bas Bloem, hoogleraar Neurologie aan het Radboudumc in Nijmegen, sprak vorige week in Den Haag nog een Tweede Kamer commissie toe om ze te wijzen op dat verband.

Toch voldoet het middel volgens het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) in Nederland aan de gestelde eisen en ook het Europese Agentschap voor Voedselveiligheid (EFSA) oordeelt positief over de verlenging van de toelating van het middel. Alleen klinkt er ook kritiek op de manier van beoordelen. Onderzoeksrapporten komen veelal van fabrikanten zelf en deskundigen vinden dat er te weinig aspecten worden meegewogen in de beoordeling.

Wat merk ik van glyfosaat?

Naast de gele akkers komt glyfosaat ook daadwerkelijk in de voedselketen terecht. Denk aan mais, soja, maar ook alle zuivel, vlees en eieren van dieren die gewassen eten die zijn bespoten met glyfosaat bevatten een klein percentage van de giftige stof.

Nee, je hoeft nu niet direct naar je koelkast en voorraadkast te lopen om je eten weg te gooien. Voor voedingsmiddelen gelden namelijk strikte regels, waardoor je nooit aan gevaarlijk concentraties glyfosaat in je voeding blootgesteld zou moeten worden.

In de vieze aanslag op onze ramen zit ook glyfosaat

Toch krijgen we er op veel meer vlakken mee te maken, waar we volgens de Wageningse hoogleraar Violette Geissen in de beoordeling nu totaal geen rekening mee houden. “Die vieze aanslag die iedereen wel op de ramen heeft, ook daar zit glyfosaat in. De wind transporteert bodemdeeltjes, door de lucht, en dat kan echt grote afstanden afleggen”, legde ze onlangs uit aan Kamerleden.

Geissen waarschuwt: “Mensen worden daar direct aan blootgesteld en niet alleen zij die er direct naast wonen, doordat ze lucht inademen, en dat zijn veel hogere concentraties dan die in ons voedsel zitten. Dat is door de EFSA niet meegenomen in de risico-inschatting.”

Bij twijfel: waarom niet direct verbieden?

Als er zoveel discussie is over een stof en er steeds meer onderzoeken aantonen dat glyfosaat schadelijk is voor de gezondheid, waarom nemen we dan niet het zekere voor het onzekere en stoppen we er niet gewoon mee?

Bij een totaalverbod, gaan andere chemische middelen meer gebruikt worden

“In heel veel gevallen kunnen we zonder”, beaamt ook Pieter de Wolf, praktijkonderzoeker aan de WUR als het gaat om duurzame landbouw. “Gewasbescherming is een noodzakelijk kwaad. Bij een totaalverbod, gaan andere chemische middelen meer gebruikt worden en die zijn helaas niet zo effectief als glyfosaat. Ze werken maar tegen één soort, je hebt dus veel meer verschillende middelen nodig”, waarschuwt hij.

Wat gaat Nederland stemmen?

Komende vrijdag wordt er in de EU gestemd over de toelating van het middel voor nog eens tien jaar. De afgelopen tijd hebben wetenschappers hun kennis gedeeld met politiek Den Haag en als daar één ding uit naar voren is gekomen, is het wel de grote verdeeldheid over dit onderwerp.

Ziek worden door landbouwgif wil niemand, maar tegelijkertijd blijft de vraag naar voedsel onverminderd groot en zijn er ook grote zorgen over de alternatieven. Een Kamermeerderheid is tegen de toelating van het onkruidmiddel, maar zelfs al zou Nederland tegen stemmen is het nog afwachten wat de andere lidstaten zullen doen.